- opbouwen
- {{opbouwen}}{{/term}}1 build/set up♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 〈sport〉 een aanval opbouwen • build up an attackeen nieuw bestaan opbouwen • build a new life (for oneself)〈figuurlijk〉 een klantenkring opbouwen • build up a clientele〈figuurlijk〉 zijn pensioen opbouwen • build up one's pension〈figuurlijk〉 een reputatie opbouwen • establish a reputation for oneselfhet weefsel is uit cellen opgebouwd • the tissue is made up/composed of cells
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.